HUWELIJKSBELETSEL -- Achtergrondinfo-recht en notariaat
Zie ook de achtergrondinformatie verwantschap
De katholieke kerk kent verschillende soorten huwelijksbeletselen, waarvan de belangrijkste de bloedverwantschap is. De berekening van het aantal graden van bloedverwantschap gaat als volgt: men telt het aantal geboorten dat ligt tussen elke aanvrager van dispensatie en de gezamenlijke voorouder(s). Trouwen beide echtelieden in de vierde graad, dan hebben ze gemeenschappelijke bet-overgrootouders. Als ze in de derde en vierde graad gemengd huwen, dan staat de gezamenlijke voorouder op drie respectievelijk vier geboortes van de aanvrager. Zie ook onderstaand schema.
Andere huwelijksbeletselen zijn/waren:
aanverwantschap (analoog aan de bloedverwantschap en ontstaat tussen de man en de bloedverwanten van de vrouw, en tussen de vrouw en de bloedverwanten van de man; de berekening is gelijk aan die van de bloedverwantschap)
- samenwonen voor het huwelijk (concubinaat)
- leeftijd (jongens 16 en meisjes 14 jaar)
- geestelijke wijdingen
- geestelijke verwantschap (relatie tussen dopeling en peter en meter, tussen ouders en getuigen en tussen de doper en de dopeling en diens ouders)
De huwelijksdispensaties (die bij huwelijksbeletselen moesten worden aangevraagd bij het bisdom) vormen een belangrijke en betrouwbare bron voor genealogen.
Voor het burgerlijk recht geldt een andere berekening van de graden van bloedverwantschap (zie de achtergrondinformatie verwantschap). In de praktijk was lang niet altijd duidelijk of er nu wel of niet sprake was van een huwelijkbeletsel in verband met bloedschande (te nauwe bloedverwantschap). Hoe zat het bijvoorbeeld met een voorgenomen huwelijk tussen een man met de weduwe van zijn oom?
Soms had het wereldlijk recht invloed op het kerkelijk recht, maar ook andersom kwam voor. Veel informatie over deze problematiek is te vinden in M. van der Heijden, Huwelijk in Holland. Stedelijke rechtspraak en kerkelijke tucht 1550-1700, Amsterdam, 1998.
Bronnen: