OUD SCHRIF LEZEN -- Achtergrondinfo-onderzoek

 

VEEL VOORKOMENDE LATIJNSE WOORDEN EN UITDRUKKINGEN

 

acatholicus = niet katholiek

adolescens = vrijgezel

adultus = overspelig

affidatus = verloofd

ambo = beiden

amita = tante, zuster van de vrouw

anno, anno domini = in het jaar, in het jaar des heren

ante = voor, antea = vroeger

avi, avia, avus =  (resp.) grootouders, grootmoeder, grootvader

avunculus = oom van moederszijde

baptisatus, baptizatus, baptisata, baptizata (est)  = (is) gedoopt (resp.) zoon, dochter

caelebs, coelebs = vrijgezel

cognatus = bloedverwant

coniuges, coniugum = echtelieden, van de echtelieden

coniu(n)x = echtgenoot

consanguinitas = bloedverwantschap

contraxerunt matrimonium= zij sloten een huwelijk

conversus = bekeerling

copulatio = huwelijksvoltrekking

coram = in aanwezigheid van

cum = met

custos = koster

defunctus = overleden

dictus = genaamd

dies = dag

dispensatio = huwelijksdispensatie (gevolgd door de graden)

dominus, referendus dominus = heer, eerwaarde heer

dum viveret = tijdens zijn leven

eodem die = op dezelfde dag

e, ex = uit

eius = zijn, van hem

est = is

et = en

extrane -us, -a, -i = (resp.) vreemdeling, vreemdelinge, vreemdelingen

extremis munitus = van de laatste sacramenten voorzien

filius, filia = zoon, dochter

frater = broer

gemelli, gemellae = tweelingen m, vr

gemini, geminae = tweelingen m.,vr

habitans = inwoner

hodie = vandaag

hora = uur

humatus = begraven

illegitimus = onwettig

iniere, inierunt (matrimonium) = zij zijn (een huwelijk) aangegaan

in facie ecclesiae = ten overstaan van de kerk

(in) loco = in de plaats van

incola = inwoner

infans = kind

interfuere, interfuerunt = zij waren aanwezig

iuncti = zij zijn verbonden

legitimus, legitima = wettig

magister = meester

marita, mariti, maritus = echtgenote, echtpaar, echtgenoot

mater = moeder

matertera = tante van moederszijde

matricularius = koster

matrimonum = huwelijk

matrina = doophefster, meter

mensis = maand

miles, milites = soldaat

molendinarius, molitor = molenaar

mortuus = overleden

naturalis = onwettig

natus = geboren

necessitas = noodzaak

nepos, nepotis = kleinzoon of neef, kleindochter of nicht

nomine  = in naam van

nuptiae = bruiloft

obierunt = zijn overleden

obiit = is overleden

obstetrix = vroedvrouw

olim = vroeger

ortus = afkomstig

parentes = ouders

partus = bevalling

pater = vader

patrin-us, -a, i = peter, meter, peter & meter

patris = van de vader

patruus = oom van vaderszijde

post = na

posthuma, posthumus = kind (vr,m) na overlijden vader geboren

prae, pro = voor

pridie = daags ervoor

prim-us, -a, = eerste kind

proles = kind

puella, puer = meisje, jongen/kind

relicta, relictus = weduwe, weduwnaar

quam, quem = welk (bij kind) m, vr.

quondam = wijlen

septimus (filius -) = 7de zoon (bijzondere gaven)

sepult-a, -i, -us = begraven

sine = zonder

sponsalia = ondertrouw

socer, socrus = schoonvader, schoonmoeder

socrinus = zwager

solemnisatus = (is) bevestigd, ingezegend

soror = zuster

sororius = zwager

sponsa, sponsus =  bruid(egom)

spuria, spurius = onwettige dochter, zoon

sub conditione = onder voorwaarde, d.w.z. doop na nooddoop

sunt =  (zij) zijn

suscepit, susceperunt, (hij/zij) hief ten doop, (zij) hebben ten hoop geheven

susceptor, susceptores = doopheffer, doopheffers

testes = getuigen

thorus = bed (d.w.z. huwelijk)

ut supra = als hierboven (staat geschreven)

uxor, uxoris = echtgenote, van de echtgenote

vicus = dorp

vidua, viduus = weduwe, weduwnaar

vidua relicta = nagelaten weduwe

villicus = pachter

vir = man

virgo = maagd, jonge dochter, non

vulgo = in de volkstaal